Hoe raakt wetenschap gegrond in therapeutische ervaringen?
Het probleem
De dominante versie van het ‘scientist-practitioner’ ideaal werkt te beperkend. Veel therapeuten en ervaringsdeskundigen merken dat hun ervaringen op een vertekende en miskennende wijze ‘verwetenschappelijkt’ worden. Het effect is een schisma ‘wetenschap’ versus ‘ervaring’: we vertrouwen óf op eigen ervaringen óf op harde wetenschap.
Het alternatief
We moeten níet tussen die twee kiezen, maar wetenschapsopvattingen die dit schisma creëren veranderen. Daarvoor is het nodig om anders tegen wetenschap en praktijk aan te gaan kijken en nieuwe vormen van onderwijs, onderzoek en praktijk uit te proberen. Kwalitatieve methoden helpen om het denken te openen en een rijker perspectief op onderzoeken en praktijk te creëren.
Arjens bijdrage
In mijn onderzoekspraktijk werk ik samen met studenten die clinici interviewen over een centraal concept: ‘overdracht’, ‘tegenoverdracht’, ‘biologie’, ‘het individuatieproces’, ‘lichamelijkheid’, etc.. Middels kwalitatieve analyses pogen ze inzicht te creëren in de gelaagde, diverse en pragmatische betekenissen van concepten voor clinici. Als ze die bevindingen vervolgens leggen naast de theoretische literatuur ontstaat een rijker begrip van klinische denken, een groter respect voor de rijkdom van de traditie en een kritisch-creatieve verhouding tot het vak: een beter scientist-practitioner model.
Heeft u vragen of wilt u ideeën opdoen? Neem contact op met Arjen Noordhof over de volgende onderwerpen:
- Diagnostische concepten
- Klinisch redeneren
- Casusformulering
- Studentenbegeleiding bij onderzoek
- Psychoanalytische therapie
- Persoonlijkheid en identiteit
- Thematische analyse