Wat is het?
Interpretatieve Fenomenologische Analyse (Interpretative Phenomenological Analysis, IPA) vertrekt vanuit een fenomenologisch perspectief op de wereld en betekenis: als we naar de wereld kijken begrijpen we de wereld vanuit een betekeniskader, een referentiekader. Dat referentiekader is persoonlijk (mensen begrijpen en interpreteren op basis van eerdere ervaringen en geleerde en verworven betekenissen) en gezamenlijk (we leren van elkaar over gedeelde betekenissen, en gaan er vanuit dat anderen onze eigen betekenissen ook zonder meer begrijpen). Een belangrijke implicatie van de fenomenologische filosofie is dat we nooit neutraal kunnen begrijpen: al onze interpretaties worden gekleurd door eerdere ervaring en door gedeelde kaders of discoursen. In analyse van teksten of gesproken of geschreven data, zoeken we daarom naar hoe mensen fenomenen begrijpen. Door naar de patronen te kijken in hoe mensen ervaren (lived experience), kunnen we fenomenen beschrijven, zonder daarin aanspraak te maken op een ontologische waarheid. Belangrijk daarbij is dat we als onderzoekers ook vanuit ons betekeniskader fenomenen begrijpen. Dit impliceert dat we bij het interpreteren van fenomenen niet alleen de betekeniskaders van de onderzochte, maar ook die van de onderzoeker meenemen. Dit noemen we dubbele hermeneutiek: betekenis als wisselwerking tussen de lived experience van mensen die we onderzoeken, en de kaders waarbinnen we die als onderzoeker interpreteren en een fenomeen komen te begrijpen.
Waarom toepassen?
De IPA is een analysemethode waarin we niet alleen kijken naar wat wordt gezegd (inhoud), maar ook naar hoe dat wordt gezegd (vorm, proces), en door wie (agents).
Hoe werkt het?
Omdat IPA uit gaat van dubbele hermeneutiek wordt zowel gecodeerd wat de onderzochten zeggen, als wat de onderzoeker daarbij denkt en opmerkt. Als we op papier coderen, wordt het blad in drie kolommen verdeeld: het transcript staat in het midden, in de ‘rechter kolom’ coderen we de uitspraken in het transcript, en aan de linkerkant noteren we alle opmerkingen en interpretaties van de onderzoeker. Als je met behulp van software codeert, kan je voor de ‘linker kolom’ gebruik maken van memo’s of annotaties (let op dat je die ook als data/codes blijft zien!) of van gesplitste codeboeken.
Voor het coderen van ervaringen van onderzochten, maakt IPA gebruik van dezelfde vorm van codering als Thematische Analyse (TA): via rondes van open codering, axiaal codering en selectieve codering wordt een codestructuur ontwikkeld, die zowel bottom-up als top-down kan zijn (zie link naar TA). Een belangrijk verschil met TA is dat IPA ook kan coderen hoe mensen hun ervaring benoemen, en ook wat niet gezegd wordt.
Voor het coderen van de ervaring van de onderzoeker is het van belang om uitgebreid aan jezelf te rapporteren welke indrukken en interpretaties er door het proces heen bij je opkomen. Je merkt bijvoorbeeld door het proces heen dat je hypothesen veranderen of nuanceren, dat je een andere kijk op een concept of theoretische term ontwikkelt, of dat je je vragen begint te stellen die je eerder nog niet had. Deze vorming van interpretaties is een hermeneutisch proces en speelt een belangrijke rol in het vormen van uiteindelijke thema’s. Dit is bovendien een iteratief proces: als je gaandeweg je interpretaties bijstuurt, is het belangrijk om nog eens terug te gaan naar eerdere transcripten en ook daar met deze bijgewerkte blik naar te kijken.
Aandachtspunten
-
- Bij IPA gaan we er niet vanuit dat er een waarheid is, maar zoeken we naar de lived experience van mensen die we onderzoeken. Dit impliceert ook dat onze bevindingen niet zomaar of rechtstreeks generaliseerbaar zijn. Beschrijf daarom je sample in veel detail, zodat je lezer in staat is om te evalueren of de bevindingen representatief kunnen zijn voor diens interessegebied.
- Vanwege de dubbele hermeneutiek beschrijf je de onderzoekers in hetzelfde detail als de sample.
- Omdat je voor een IPA gedetailleerd en in-depth analyseert, worden er vaak minder cases opgenomen. Ervaring-in-context is noodzakelijk om interpretaties te kunnen vormen en onderbouwen.
- Houd altijd een open blik op wat niet wordt gezegd, of op wat mensen moeilijk vinden om uit te spreken. Omdat we in een IPA naar lived experience kijken, kunnen we ook processen, obstakels en verboden tegenkomen die mensen beletten om over zaken te spreken. Deze informatie kan zeer helpend zijn om de ervaring van een fenomeen te vatten
- Daarbij letten we ook niet alleen op overeenkomsten tussen mensen om patronen te beschrijven, maar ook op uitzonderingen en veranderingen. Die kunnen juist zeer informatief zijn om de lived experience van een fenomeen af te bakenen.